Niertransplantatie

Wanneer de nierschade onomkeerbaar is, is dialyse een levenslange behandeling tenzij u een niertransplantatie krijgt.

Een niertranplantatie kan op twee manieren. 

  • De meest voorkomende manier is dat u op een wachtlijst geplaatst wordt. Het is dan wachten op een nier van een overleden donor.  Op de wachtlijst kan u pas geplaatst worden na zeer uitgebreide onderzoeken die garanderen dat u behalve uw nierlijden in goede gezondheid bent. Indien een nier beschikbaar komt die genetisch goed bij jouw lichaam past word je getransplanteerd. De wachttijd varieert tussen drie en vijf jaar.
  • Een andere manier is levende donatie, waarbij een familielid, vriend of kennis een nier afstaat. Deze persoon noemen we dan de donor.  In dit geval is de wachttijd korter. Er wordt wel eerst gecontroleerd of de donor  in uiterst goede gezondheid verkeert, anders kan hij/zij geen nier afgeven. Uiteraard wordt ook u onderworpen aan zeer uitgebreide onderzoeken die garanderen dat u behalve uw nierlijden in goede gezondheid bent. 

Niet alle patiënten komen in aanmerking voor een niertransplantatie.  Bij een niertransplantatie komen veel risico’s kijken.  Enkel indien het voordeel van de transplantatie groter is dan de nadelen zullen we deze optie overwegen. 

Ook na transplantatie blijft u levenslang onder controle van uw nierspecialist. De medicaties die u inneemt tegen afstoting van uw nieuwe nier hebben heel wat bijwerkingen.  Deze zijn zeldzaam maar wel ernstig. Medicatie tegen afstoting is noodzakelijk omdat het lichaam de nier die u krijgt niet herkent.  Het lichaam zal proberen deze nier te vernietigen.  Dit vernietigingsproces onderdrukken we door de anti-afstotingsmedicatiemedicatie toe te dienen. 
Hierdoor wordt echter ook het verdedigingsmechanisme tegen andere ‘indringers’ zwakker.  U bent hierdoor meer vatbaar voor infecties door virussen, schimmels en bacteriën.  Het risico op de ontwikkeling van kwaadaardige cellen is ook groter.

Niertransplantatie is echter een zeer complexe materie welke u best bespreekt met uw nierspecialist.