Bij deze vorm van bloedzuivering wordt een
kunstmatige filter gebruikt. Deze filter wordt de kunstnier
genoemd en is gekoppeld aan een dialysetoestel. Het dialysetoestel zorgt voor
een bloedstroom door de kunstnier zodat het bloed kan gezuiverd worden en
overtollig water kan verwijderd worden.
Om te kunnen dialyseren is een toegang
nodig tot de bloedbaan. Dit kan via een fistel of
via een buisje dat in de bloedbaan geplaatst wordt. Voor beide toegangswegen is een kleine
operatie noodzakelijk.
Hemodialyse vindt plaats in een van onze dialysecentra.
De behandeling is
overdag en 3 keer in de week gedurende +/- 4 uur.
De duur wordt
vastgesteld door de arts en is mede afhankelijk van de medische
gegevens van de patiënt.
Kunstnier
Een kunstnier is een
buis met daarin een filter. Het filter bestaat uit heel veel dunne buisjes die
half doorlaatbaar zijn. Via een slang stroomt het bloed uit het lichaam door de
buisjes in de kunstnier. In omgekeerde richting stroomt spoelvloeistof langs de
buisjes. De spoelvloeistof wordt ook wel dialysaat genoemd.
De spoelvloeistof is
zo samengesteld, dat het de afvalstoffen uit het bloed 'aantrekt'. Om
overtollig vocht te verwijderen is de druk van de spoelvloeistof lager dan de
druk in het bloed. Het gezuiverde bloed verlaat de kunstnier via een slang en
stroomt terug in het lichaam. Het verzadigde spoelwater loopt via een slang weg
in een afvoer. De kunstnier wordt weggegooid. Bij een behandeling van 3 tot 4
uur stroomt het totale bloedvolume 8 tot 12 keer door de kunstnier.
Dialysemachine
De kunstnier is aan
een machine gekoppeld. Er wordt wel eens gedacht dat de machine de kunstnier is,
maar dat is niet zo. Het bloed stroomt alleen door de kunstnier en niet door de
machine.
De dialysemachine
verwarmt de spoelvloeistof, zodat tijdens de dialyse de temperatuur van het
bloed niet teveel daalt. De machine regelt ook dat het bloed en de spoelvloeistof
met de juiste druk door de kunstnier stromen. Daarnaast controleert de machine
allerlei zaken en geeft die informatie weer op een schermpje.
De dialysemachine
werkt op stroom. In de machine zit een batterij die de stroomvoorziening
overneemt als de elektriciteit onverhoopt uitvalt. Daarnaast hebben alle
ziekenhuizen een noodstroomagregaat. Bij stroomuitval start dat binnen enkele
minuten op.
Toegang tot de bloedbaan
Bij hemodialyse is
een toegang tot de bloedbaan nodig. Het bloed moet met voldoende kracht en
snelheid door de kunstnier stromen. Daarvoor is een fistel of een katheter
nodig.
Fistel
Om toegang tot de bloedbaan te krijgen is een
oppervlakkige ader niet geschikt. Die is niet stevig genoeg om elke keer
aangeprikt te worden. De druk in een ader is ook niet hoog genoeg voor dialyse.
Daarom wordt er een fistel aangelegd. Dit is een verbinding van enkele
centimeters tussen een diepere ader en een slagader. Dit gebeurt in een kleine
operatie, meestal onder plaatselijke of algehele verdoving. Door de fistel gaat
er meer bloed door de ader stromen en neemt de druk op de aderwand toe. De ader
kan dikker worden en wat gaan uitstulpen. Meestal wordt een fistel aangelegd in
de onderarm.
Het duurt een aantal weken (ongeveer zes)
voordat de fistel sterk genoeg is om te worden aangeprikt. Er wordt ook wel
gezegd dat een fistel moet ‘rijpen’. Het aanprikken van de fistel kan pijnlijk
zijn.
Een fistel is kwetsbaar. De volgende adviezen
helpen om de fistel in goede conditie te houden:
Problemen met de fistel
Katheter
Toegang tot de bloedbaan kan ook worden
verkregen via een katheter. Dit is een buisje dat in een ader van de hals wordt
ingebracht tot in het hart. Het andere uiteinde verloopt onder de huid tot
onder het sleutelbeen. Hier komt het
buisje opnieuw naar buiten zodat de slangen naar de kunstnier kunnen
aangesloten worden op de bloedbaan.
Een katheter heeft een aantal nadelen.
De duur van hemodialyse
Hemodialyse gebeurt
meestal 3 keer in de week voor de duur van 4 uur per keer. Soms duurt de
behandeling 5 uur. De duur wordt vastgesteld in overleg met de patiënt en is
mede afhankelijk van de medische gegevens over uw lichaam.
Sommige nierpatiënten
willen liever korter dialyseren omdat ze dialyse een belasting vinden, maar
langer dialyseren leidt wel tot betere resultaten. Nierpatiënten voelen zich er
ook beter door. De bloeduitslagen zijn beter en de vochtbeperking en het dieet
zijn dan minder streng.
Drinken
Bij hemodialyse geldt
een vochtbeperking. Het niet naleven van de vochtbeperking kan ernstige
lichamelijke gevolgen hebben. Hoeveel vocht er tijdens een dialyse verwijderd
moet worden, wordt vastgesteld aan de hand van iemands drooggewicht. Dit is het
gewicht zonder overtollig vocht. Het wordt onder andere vastgesteld aan de hand
van de bloeddruk.
Tijdens een
hemodialyse kan maar een beperkte hoeveelheid vocht worden verwijderd. De
dialysepatiënt mag daarom niet meer dan deze hoeveelheid vocht drinken, want te
veel vochtophoping (ook wel overvulling genoemd) kan leiden tot lichamelijke
schade. Bij overvulling wordt het hart overbelast waardoor het bloed minder
goed wordt rond gepompt. Hierdoor kan er vocht in de longen komen, waardoor er
minder zuurstof in het bloed komt. Er ontstaat dan kortademigheid.
Hoe streng de
vochtbeperking is, hangt af van het aantal dialyses per week. Bij dialyse drie
keer in de week mag iemand meestal maximaal een liter vocht per dag gebruiken.
Koffie, thee en andere dranken tellen mee, maar ook het water bij de medicijnen
en soep en toetje. De diëtist kan tips geven voor het naleven van de
vochtbeperking. Voor vrijwel alle patiënten is de vochtbeperking ingrijpend en
het vereist veel discipline om die na te leven. Dat geldt nog sterker in
gezelschap, want eten en drinken hoort vaak (vanzelfsprekend) bij de
gezelligheid.
Dieet
Hemodialyse haalt
afvalstoffen uit het bloed. De behandeling kan dat echter lang niet zo goed als
gezonde nieren. In het bloed blijven nog veel afvalstoffen achter. Om de
hoeveelheid afvalstoffen in het bloed niet te hoog te laten worden, geldt er
bij hemodialyse een dieet. Voedingsstoffen waarin natrium en kalium voorkomen,
mogen maar beperkt gebruikt worden. Om het dieet na te leven, is er vaak een
verandering in kook- en eetgewoonten nodig. Er is veel discipline nodig om de
dieetregels na te leven. Dat geldt nog sterker in gezelschap, want samen eten
en drinken hoort vaak (vanzelfsprekend) bij de gezelligheid. De nefroloog
bespreekt met u welk dieet in uw situatie nodig is. Een diëtiste geeft hulp en
tips om het toe te passen.
Dialysekater
Hoe iemand zich na de
dialyse voelt is erg verschillend. Het kan ook per dialyse verschillen. Sommige
mensen voelen zich goed of redelijk goed, anderen zijn misselijk of hebben een
licht gevoel in het hoofd. Er wordt dan ook wel gesproken over een
dialysekater.
De dialysekater
ontstaat omdat in korte tijd de samenstelling van het bloed helemaal verandert.
Ook kunnen grote schommelingen optreden in de bloeddruk. Wanneer (te) veel
vocht onttrokken wordt aan het bloed kan dit kramp, misselijkheid of
duizeligheid tot gevolg hebben. Bij grote bloeddrukdalingen kan iemand zelfs
korte tijd bewusteloos raken.
Meestal verdwijnen de
klachten na een paar uur. De meeste mensen voelen zich het beste op de dagen
tussen de dialyses. Vrijwel iedereen houdt last van slepende vermoeidheid. Dat
komt omdat dialyse leidt tot bloedwaarden die vergelijkbaar zijn met een
nierfunctie van minder dan 10%.
Wanneer blijkt dat u in aanmerking komt voor thuishemodialyse of nachthemodialyse, zal uw arts dit met u bespreken en kan hiervoor ook het nodige geregeld worden.